23-10-2022 BALK – Met een publicatie in het Staatsblad zijn de tarieven voor de diergezondheidsheffing voor het jaar 2023 vastgesteld. Door de uitgaven voor bestrijding van vogelgriep en Mycoplasma, en omdat de crisisreserve anders dan in 2022 niet zal worden aangevuld uit het saldo-overschot, zal de heffing in 2023 voor de pluimveehouderij fors hoger uitvallen. Het gaat om bijna 19,7 miljoen euro in 2023 tegenover bijna 4,9 miljoen in 2022.
Tussen eind 2020 en maart 2022 zijn er uitgaven gedaan voor de bestrijding van vogelgriep en Mycoplasma. Deze uitgaven bedragen ruim 19 miljoen en respectievelijk 2,5 miljoen euro. Deze uitgaven zijn deels betaalt uit de aanwezige crisisreserves die daardoor is uitgeput. Een deel van deze kosten zal worden vergoed vanuit de Europese Unie. Om dit tekort en de crisisreserve weer aan te vullen, zal de heffing voor 2023 met 15,6 miljoen euro worden verhoogd.
De totale heffing van begrote uitgaven plus de aanvulling van tekorten bedraagt bijna 24,4 miljoen euro. De pluimveesector heeft in de afgelopen jaren een saldo-overschot opgebouwd in het Diergezondheidsfonds. In overleg met AVINED is besloten dit overschot te verlagen door in 2022, 2023 en 2024 een korting te geven op de tarieven. In 2023 wordt 4,5 miljoen minder heffing opgelegd dan de begrote uitgaven. De tarieven voor 2023 zijn daarmee berekend op een heffing inclusief korting van bijna 19,7 miljoen euro.
De begrote uitgaven vanuit het Diergezondheidsfonds voor de rundersector stijgen in 2023 met 4,5% ten opzichte van 2022 naar 6,8 miljoen euro. Voor de schapensector stijgen de begrote uitgaven in 2023 met 8,3% ten opzichte van 2022 naar 875.000 euro. Voor de geitensector dalen de uitgaven met 7,2% naar 866.000 euro. Voor de varkenshouderij is er een daling met 3,5% naar bijna 3,25 miljoen euro.